Redenen waarom Vit.B12 niet werkt

Patiënten gebruiken een niet biologisch actieve vorm van B12. De orthodoxe onderzoek resultaten zijn voornamelijk gebaseerd op het gebruik van cyano- of hydroxycobalamine deze zijn steekhoudend en geldig in het reduceren van vergrootte rode bloedcellen in de behandeling van Pernicieuze anemie.

Sommige mensen zijn echter niet in staat Cn-Cbl of Oh-Cbl om te zetten naar de biologisch actieve vormen door meer of mindere mate gebrek aan een enzym. Een serieus B12 tekort is een methyl-cobalamine dan wel een adenosyl-cobalamine tekort.

Wanneer hydroxo-cobalamine niet naar behoren kan worden omgezet naar methyl-cobalamine dan blijven neuro klachten aanwezig en zijn hydroxo-cobalamine injecties niet efficiënt genoeg voor herstel. Behandeling alleen met cyano-of hydroxycobalamine heeft geen tot weinig effect op een meerderheid van diverse symptomen. De meeste schade veroorzaakt door een tekort aan actieve B12 heelt niet bij deze patiënten. De veronderstelling dat een ieder hydroxy-cobalamine voldoende kan omzetten voor het helen van alle B12 deficiëntie symptomen is een dwaling.



De richtlijnen beschreven in het Farmacotherapeutisch kompas c.q. bijsluiters hydroxycobalamine ampullen producerende fabrikanten zijn merendeels gestoeld op de profylaxe en therapie bij Vit.B12 deficiëntie bij megaloblastaire -- pernicieuze -- anemie, al dan niet gepaard gaande met neurologische aandoeningen, ten gevolge van o.a. maagresectie, atrofisch maagslijmvlies en andere aandoeningen die leiden tot slechte enterale resorptie van Vit.B12. Bij duidelijk neurologische afwijkingen wordt: 1000 mcg één-à tweemaal per week gedurende bijv. 2 jaar geadviseerd.

Diverse B12 patiënten met stoornissen in de methylatie cyclus vallen buiten dit profiel, enerzijds door het ontbreken van een anemie anderzijds doordat de B12 bloedwaarden bij patiënten met methylatie problemen sub normaal kunnen zijn -- met echter al de aanwezigheid van duidelijke neurologische klachten. Patiënten met problemen in de cobalamine omzetting -- hydroxycobalamine naar methyl- en adenosylcobalamine -- vallen buiten de richtlijnen van dit behandel kader.

De bewering dat na 2 jaar hydroxocobalamine injecties de klachten die er dan nog zijn als restklachten kunnen worden beschouwd is louter gebaseerd op het gebruik van deze inactieve cobalamine vorm. Er zijn groepen B12 patiënten die zelfs na jaren gebruik van Oh-Cbl injecties met dagelijks inpassen van beide actieve cobalamine vormen wel degelijk progressie maken in herstel. Bij deze groep patiënten zijn de periodieke B12 hydroxycobalamine injecties alleen niet algeheel toereikend voor herstel doch zeer bruikbaar voor deels onderhoud en behoeden voor verdere achteruitgang.