Methylmalonzuur (MMA)

Methylmalonzuur als functionele merker voor vitamine B12 deficiëntie

Methylmalonzuur (MMA) wordt als de meest gevoelige en specifieke marker beschouwd voor de cellulaire vitamine B12 (B12) status. MMA accumuleert bij een vitamine B12-tekort als gevolg van een verminderde omzetting van methylmalonyl-CoA naar succinyl-CoA door methylmalonyl-CoA-mutase, een vitamine B12-afhankelijk enzym. De bepaling van MMA in bloed is nuttig omdat MMA al verhoogd is bij de eerste subtiele neurologische veranderingen die optreden door vitamine B12-tekort op cellulair niveau. Volgens sommige studies kan men door de bepaling van MMA reeds vroeg de diagnose onderkennen voordat er meetbare veranderingen in de vitamine B12-concentratie in bloed optreden of de eerste hematologische afwijkingen waarneembaar zijn. Een vroege diagnose van vitamine B12-tekort is essentieel aangezien eenvoudige toediening van dit vitamine onomkeerbare neurologische schade kan voorkomen. De MMA-concentratie normaliseert na succesvolle vitamine B12 therapie.


 Achtergrondinformatie: Methylmalonzuur in urine
De test op methylmalonzuur heeft een plaats naast de andere routinematig uitgevoerde testen voor de diagnose van een tekort aan vitamine B12 en vervolgens het achterhalen van de oorzaak van dit tekort. Deze testen zijn respectievelijk: de concentratie vitamine B12 in bloed, hemoglobine en de gemiddelde grootte van de rode bloedcellen (MCV) en gastrine in bloed, anti-intrinsic factor antistoffen en anti-pariëtaalcelantistoffen.

Methylmalonzuur hoopt op in het menselijk lichaam bij een tekort aan vitamine B12 als gevolg van een verminderde omzetting van methylmalonyl CoA naar succinyl CoA door methylmalonyl CoA-mutase, een vitamine B12 afhankelijk enzym. Methylmalonzuur kan beschouwd worden als een functionele, directe marker voor een tekort aan vitamine B12. Methylmalonzuur geeft immers een beeld van de biochemische schade op cellulair niveau.

Bepaling van methylmalonzuur

Volgens literatuurgegevens blijkt de gecombineerde bepaling van methylmalonzuur (in bloed) en homocysteïne erg gevoelig te zijn voor de opsporing van een sluimerend tekort aan vitamine B12. Niet afwijkende waarden van zowel methylmalonzuur als homocysteïne kunnen een eventueel vitamine B12 tekort nagenoeg uitsluiten (1). De bepaling van methylmalonzuur is nuttig omdat het methylmalonzuur in bloed of urine al verhoogd is bij de eerste subtiele neurologische veranderingen die optreden door vitamine B12-tekort op cellulair niveau. Volgens sommige studies kan men door de bepaling van MMA reeds vroeg de diagnose onderkennen voordat er meetbare veranderingen in de vitamine B12-concentratie in bloed optreden of de eerste hematologische afwijkingen waarneembaar zijn (2,3). Een vroege diagnose van vitamine B12-tekort is essentieel aangezien eenvoudige toediening van dit vitamine onomkeerbare neurologische schade kan voorkomen. De MMA-concentratie normaliseert na succesvolle vitamine B12 therapie.

Gestegen MMA concentraties zijn tevens specifiek voor een tekort aan vitamine-B12 en worden niet gezien bij foliumzuurtekort. Men dient wel het bestaan van congenitale (erfelijke) methylmalonzuur-acidemie in het achterhoofd te houden. De personen met deze eigenschap hebben altijd een verhoogde MMA concentratie. Vals verhoogde waarden (in de literatuur gemeld bij de keuze van serum/plasma als monstermateriaal) door hypovolemie (een te laag circulerend bloedvolume) of een onvoldoende nierfunctie worden vermeden door methylmalonzuur te bepalen in urine. Hierbij dient de MMA concentratie in verband te worden gebracht met de uitscheiding van creatinine (welke dagelijks min of meer constant is) om verdunningseffecten van de urine te corrigeren.

Indicaties

De bepaling van MMA in bloed of urine is geïndiceerd bij iedere patiënt met laag of laagnormaal serum-B12 (75-220 pmol/L) (2). Voor de methode van vitamine B12 bepaling van het laboratorium van het Elkerliek ziekenhuis geldt dit voor laag-normale vitamine B12 waarden tussen 110 en 160 pmol/l. Ook bij patiënten met bloedarmoede zonder duidelijke oorzaak en onverklaarbare neurologische afwijkingen kan deze analyse van nut zijn (4).

Praktisch

Slechts 1 mL bloed of urine is voldoende om de analyse praktisch te kunnen uitvoeren. Het inleveren van een portie van de eerste ochtendurine (nuchter) vergemakkelijkt de interpretatie van de uitslag omdat bepaalde aminozuren aanwezig in de voeding (isoleucine en valine) aanleiding kunnen geven tot licht verhoogde waarden van urinair MMA. De concentraties van deze storende aminozuren is het laagst in de eerste ochtendurine. Het urinemonster dient in de koelkast bewaard te worden. Er zijn geen bewaarmiddelen of andere toevoegingen vereist.